door Rik Van Daele

cc Ter Vesten Beveren
21-22-23 maart 2005

1. Ter inleiding

1.1 De vertelling

De vertelling geeft de inhoud weer van hetdertiende-eeuwse verhaal over Reynaert de vos (Van den vos Reynaerde ofReynaert I). De tekst werd geschreven door een anonieme Oost-Vlaamseauteur. We kennen zijn voornaam: Willem. Misschien was hij wel Willemvan Boudelo.

Zijn verhaal gaat over dieren die verstand hebben en kunnen praten:over mensen dus. Maar over hun dierlijke kanten: hun instincten enemoties. Als dieren kunnen spreken komt vooral alles wat tussen mens endier ligt in het geding.

Centraal in het verhaal staat de taal. Reynaerts schone woorden brengenNobel en zijn hofhouding aan het wankelen. Het verhaal gaat vooral overleugen en schijnheiligheid.

1.2 De voorstelling

De voorstelling duurt 45-50 minuten. Bijhet binnenkomen horen de leerlingen een cd met de voordracht van hetMiddelnederlandse verhaal van Jo van Eetvelde. Daarna volgt een kortgesprek met de leerlingen.

Centraal staat de vertelling. Het podium is leeg. Kleuren suggererenplekken: het oranjerode vossenhol, het groene voor het bos, het grijzevoor het hof van koning Nobel. Centraal staat een wat potsierlijke,kitscherige troon. Enkele houten blokken zijn dan eens boomstam, danweer een wak in het ijs.

Na de voorstelling volgt mogelijkerwijze nog een korte nabespreking.

1.3 De verteller

Rik van Daele (1962) is geen professioneleverteller, wel een gedreven Reynaertkenner. Hij schreef een dissertatieover de ruimte in Van den Vos Reynaert en promoveerde in 1992 (KULeuven). Na een tienjarige carrière in het universitaire milieu staptehij in 1994 over naar de culturele sector. Ondertussen bleef hij totseptember 2004 gastprofessor aan de Hogeschool Antwerpen (H. TeirlinckInstituut). Hij is hoofdredacteur van het ReynaerttijdschriftTiecelijn.

Sinds 1 maart 2002 is hij directeur van cultuurcentrum ter Vesten inBeveren. Hij speelt dus een thuismatch en hij ‘speelt’ alleen inBeveren. Hebt u nadien nog vragen, u weet hem te vinden …

1.4 De lesmap

Deze lesmap is een aanzet. U vindt erenkele tips in om vooraf het verhaal aan de leerlingen te vertellen enom nadien het verhaal te verwerken. Achteraan in de map vindt u nogvele andere zaken die u op weg brengen naar Reynaerdiaanse avonturen.

De korte inhoud en de lange samenvatting zijn van Marcel Ryssen, desuggesties voor kleuter- en basisonderwijs van Hilde Reyniers, diverseandere zaken zijn ontleend aan de lesmap van het GeoArtproject Reynaertin de kunst (door Ingrid Peeters).
De samenstelling gebeurde door Rik van Daele.

2. Het Reynaertverhaal

2.1 Korte inhoud

Op de hofdag komen alle dieren opdagen,behalve Reynaert de vos, want die heeft te veel misdaan. Vele dierenklagen over Reynaerts misdaden. De wolf Isegrim getuigt dat Reynaert dewolvin Hersinde heeft verkracht. Als Cantecleer de haan aankomt met dedode kip Coppe besluit de koning een bode te sturen (Bruun de beer) omde vos te dagvaarden. Reynaert lokt de beer in de val. Dit lukt doordathij hem honing belooft, die in een boomstam zou zitten. De beer raaktin de eik vastgeklemd. Het hele dorp komt hem afrossen. Als Julocke, devrouw van de pastoor, door het gedrang in het water sukkelt, slaagtBruun erin zich los te rukken. Daarna wordt Tibeert de kateruitgezonden. Hij wordt door Reynaert naar de schuur van de pastoorgelokt, waar muizen zouden zitten. Tibeert raakt in een strop, maarontsnapt nadat hij de pastoor deerlijk heeft toegetakeld. De derde bodewordt Grimbeert de das. Met hem gaat de vos mee. Onderweg biechtReynaert zijn zonden op. Hij lijkt meer plezier dan berouw te hebben.Aan het hof wordt de vos veroordeeld. De beer, de wolf en de katerzullen de galg in orde brengen. Terwijl die drie weg zijn, spreekt devos het koningspaar nog een ‘laatste’ keer toe. In zijn tweede biechtmaakt Reynaert gewag van een staatsgreep die zou zijn beraamd om Bruunop de troon te helpen. Geld om deze operatie te bekostigen was er inovervloed dankzij een schat die Reynaerts vader gevonden had. Reynaertdoet zich voor als trouwe onderdaan en vertelt dat hij door het stelenvan de schat de staatsgreep heeft verhinderd. Hij wil de koning zelfsde vindplaats van de schat aanwijzen. Op dat moment vliegt de raafTiecelijn weg om de drie “vijanden” te verwittigen. Tibeert gelooft datReynaert zich zal vrijpraten en geeft zich gewonnen. Maar de wolf en debeer rennen terug naar het hof, waar ze als samenzweerders in de boeienworden geklonken. Reynaert vertrekt op pelgrimstocht naar Rome met eentas gesneden uit het vel van de beer en schoenen uit de huid van hetwolvenpaar. Haas en ram vergezellen de vos tot aan Malpertuus. In hetvossenhol wordt Cuwaert de haas vermoord en opgegeten. Zijn hoofd wordtin de tas van berenvel gestopt. De ram Belijn moet die aan de koningbezorgen en erbij vertellen dat hij “de brief” persoonlijk gedicteerdheeft. Als aap Botsaert, de hofklerk, de tas opent wordt het bedrog vande vos duidelijk. Firapeel de luipaard stelt voor om Bruun en Isegrimvrij te laten en hen voor eeuwig en altijd toe te laten de schapen tebejagen. Reynaert wordt vogelvrij verklaard. Dat is dan “sconinx vrede”.

2.2 De langere versie van de tocht van Bruun de beer

Het beraad was kort en krachtig. Reynaertmoest zonder uitstel naar het hof ontboden worden. Meteen keken alledieren in de richting van Bruun de beer. Hij was groot en sterk.Niemand kon zich voorstellen dat Reynaert niet zou wijken voor ditvervaarlijke beest.

‘Bruun’, sprak Nobel, ‘jij bent onze man. Haal Reynaert naar hier. Maarpas op, laat u niet vangen door die kwade gast. Hij zal liegen envleien. Zijn taal klinkt zoet in de oren, maar ze is vals en krom.”Geen nood’, blufte Bruun, ik mag hangen als ik mij laat vangen. Daarga ik al!’

Bruun trok welgezind en boordevol zelfvertrouwen de baan op. Wat diesufferds toch durfden denken! Dat hij zich door Reynaert zou latenbedotten. Dan kenden ze hem nog niet. De tocht viel anders niet mee.Eerst moest hij door een donker woud. Daarna volgde er een flink stukheide. De paden waren er krom. Reynaert kende ze maar al te goed.Eenmaal de heide achter de rug moest nog een hoge en lange bergbeklommen worden. En daarachter, zo wist Bruun, lag Malpertuus, eennauwelijks te ontdekken schuilplaats.

Reynaert bezat vele burchten maar van Malpertuus hield hij het meest.Als er gevaar dreigde, trok hij zich bij voorkeur daar terug. Eenonneembare vesting was het heel diep verscholen in de wildernis. Moevan de lange tocht zette Bruun zich voor de poort neer op zijn staart.

Maar hij mocht geen tijd verliezen. Hij klopte aan en riep zo luid hijkon: ‘Reynaert, ben je thuis? Ik ben het, Bruun, bode van de koning.Hij gebiedt u zonder uitstel naar het hof te komen. Zo niet zal hij ulaten radbraken. Reynaert, talm niet langer en volg mijn raad: ga metmij mee naar het hof.

Reynaert lag te soezen in de koelte van zijn hol. Hij had de stem vanBruun herkend. Welke peer zal ik die verwaande dikzak stoven, dacht hijbij zichzelf. Ik moet het natuurlijk zo aan boord leggen dat Bruun voorgoed wordt uitgeschakeld en dat ik zelf mijn eer er niet bij verspeel.

Met een triestig gezicht kwam hij uit zijn hol. ‘Welkom Bruun. Je zieter vermoeid uit, beste vriend. Het spijt me echt dat de koning u dielast aandeed. Ik zou zelf gekomen zijn, maar ik ben doodziek sinds ikin mijn armoede die rotzooi moet eten. Nauwelijks binnen en ik moet alkotsen.

‘Welke rotzooi, Reynaert?’ ‘Honing, Bruun. Wel vers maar ik walgervan.’ ‘Honing zeg je, maar dat is het liefste wat ik eet. Zoete neef,geef er mij en ik zal je steunen.’ ‘Lust jij honing Bruun? Ik heb erkuipen van. Je krijgt hem nooit op.’ ‘De honing tussen hier en Portugalkan ik op’, pochte Bruun.

Langs een krom pad liepen zij naar het erf van Lamfreit de timmerman.Karrenvrachten honing lagen er daar, vertelde Reynaert honderduit. ‘Ingeen zeven jaar krijg je die op, vriend!’ Geheel verdoofd zwoer BruunReynaert eeuwige trouw . Zal wel niet meer nodig zijn, dacht Reynaertbij zichzelf.

Op het erf van de timmerman lag een gespleten eik waarin twee wiggenwaren geslagen. ‘Lieve Bruun,’ sprak de vos, ‘in die eik vind jehoning, lekker en vers. ‘ Kwijlend keek de beer toe. ‘Maar vriend, weesmatig, verslik je niet.’ Bruun zwoer dat hij zich fatsoenlijk zougedragen.

Verdoofd door het zoete gepraat stak Bruun zijn domme kop en beidepoten diep in de spleet om ineens zoveel mogelijk honing op teschrokken. Razendsnel trok Reynaert de wiggen uit de spleet en meteenzat de onnozelaar onherroepelijk vastgeklemd. Het feest kon beginnen!

Bruun huilde zo luid dat Lamfreit verbaasd kwam aangelopen met eenscherpe bijl in de vuist. Reynaert stond verscholen spottend toe tezien. ‘Smakelijk Bruun. Zoete oom, kijk daar is Lamfreit met een lekkerwijntje, het zal je feestvreugde verdubbelen,’ grapte hij genietend.

Terwijl Reynaert in de eerste verwarring van de gelegenheid gebruikmaakte om een vette kip aan de haak te slaan, rende Lamfreit metopgeheven bijl naar het nabije dorp om er hulp te halen. ‘Ik heb eenbeer gevangen!’ riep hij. ‘Help, help, ik heb een beer gevangen!’

Heel het dorp stond op stelten. Jong en oud kwam aandraven met vlegels,bezems, rieken en knuppels. De pastoor had zijn kruisstaf gegrepen, dekoster een vlaggenstok en Julocke, het wijf van de pastoor had haarspinrokken gegrepen. ‘Volg mij!’, schreeuwde Lamfreit, zwaaiend metzijn bijl.

Toen Bruun de bende hoorde naderen, wrikte hij zich met volle krachtuit de spleet. Helaas, hij schoot er een flink stuk huid bij in. Zijnoren en wangen waren deerlijk toegetakeld en eer hij zijn poten vrijkreeg, moest hij ook nog zijn klauwen prijsgeven. Het bloed gutste uitzijn kop.

Lotram Langvoet stak met een hoornen stok, Vuilmaerte met een staaf,Abelkwak en Bave gooiden stenen. Ludmoer langneus zwaaide een pees metloden bal, kromvinger Ludolf een mes. Maar Lamfreit, zoon van krombeenHughelijn uit Absdale en kaarsenmaakster Ogerne uit Absdale was deergste.

Toen Lamfreits scherpe bijl Bruun tussen hals en kop trof, sprong debeer tussen een troep wijven. Vijf van hen tuimelden in de nabijerivier. Julocke was erbij en de pastoor begon in paniek te gillen.’Parochianen, red mijn vrouw!’ Een volle aflaat voor wie haar uit hetwater haalt!’

Men liet de beer voor dood liggen en iedereen haastte zich om despartelende vrouwen uit het water te halen. Touwen werden uitgeworpenen lange staken toegestoken. De pastoor hief zijn kruisstaf in de luchten bleef maar aflaten beloven tot hij de tel kwijtraakte.

Bruun profiteerde van de verwarring om te ontsnappen. Met enige moeiteliet hij zich in het water glijden. Onmachtig om nog een poot teverzetten, liet hij zich meedrijven met de stroom. Hij vervloekte defelle Reynaert en ook Lamfreit die hem zijn wangen en een oor haddenlaten verliezen.

Uitgeput door bloedverlies sukkelde Bruun wat verder weer aan wal.Dorstig door de grote warmte was ook Reynaert naar de rivier afgezakt.Toen hij Bruun zag liggen, vervloekte hij Lamfreit die een zo lekkerebrok had laten ontsnappen. Hoeveel had die berenhuid de sul nietopgebracht?

Pestend begon hij Bruun te plagen ‘Goede dag, pater. Zeg, heb jeReynaert niet gezien, die rabauw! Ken je hem? Zeg, de barbier die jekruin schoor, deed dit wel heel nipt. In welke orde ben je? En waarzijn je handschoenen? O ja je deed ze zeker uit om je getijden tebidden?’

Het duurde een hele tijd eer Bruun het hof bereikte. Men zag hem al vanver aankomen. Maar hoe vreemd was zijn gang? Hij schoof moeizaam dehelling af op zijn hespen. Het duurde een hele tijd voor Nobel zijngezant herkende. ‘Hemel!’, riep hij uit: ‘Bruun! Helemaal onder hetbloed!’

3. Verwerkingsmogelijkheden

3.1 Eigenschappen te verbinden met dieren uit het verhaal

  • Lompheid
  • Koppigheid
  • Listigheid
  • Hebzucht
  • Intelligentie
  • IJdelheid
  • Kracht
  • Doorzettingsvermogen
  • Vlugheid
  • Vlijtigheid
  • Vraatzucht
  • Trouw
  • Domheid
  • Agressiviteit
  • Waakzaamheid
  • Jaloezie
  • Valsheid

3.2 Thema’s te verbinden met het Reynaertverhaal

  • Zucht naar populariteit
  • Het willen opvallen van bepaalde mensen
  • Leidersinstinct van sommige mensen
  • Het in bescherming nemen van de zwakkeren
  • Eigendunk
  • De mens wil zijn eigen daden ophemelen
  • Heldendom
  • Beschermen van eigenbelang
  • Het beveiligen van eigen bezit
  • Gewetenloosheid
  • Bedriegerij zonder schroom
  • Omkoperij
  • Mooipraterij
  • Vleierij
  • Listigheid
  • Huichelarij
  • Het zich anders voordoen
  • Bijgelovigheid
  • Materiële gebondenheid
  • Hebzucht
  • Vraatzucht
  • Egoïsme
  • Manipulatie
  • Harteloosheid
  • Wreedheid
  • Het naar de mond praten van hoge personen
  • Corruptie
  • Zoeken naar een zwart schaap
  • Anarchie

3.3 Vergelijkingen

  • Zo sluw als een vos
  • Zo fier als een pauw
  • Zo sterk als een beer / paard / leeuw
  • Zo trouw als een hond
  • Zo ziek als een hond
  • Zo koppig als een ezel
  • Zo nijdig als een spin
  • Zo vals als een kat
  • Hongerig als een paard
  • Naarstig als een bij

3.4 Spreekwoorden en gezegden

De vos verliest wel zijn haren, maar niet zijn streken

Al wordt men ouder, toch verliest men zijn aangeboren aard niet

Een slecht mens is nooit te vertrouwen 

Als de vos de passie preekt, boer pas op uw ganzen/kippen

Vertrouw een huichelaar niet 

Men moet vossen met vossen vangen

Tegenover slimheid moet men met sluwheid te werk gaan 

Als men de vos niet vangen wil, kan men geen honden vinden

Als men iets niet graag doet, vindt men gemakkelijk een voorwendsel om zich eraan te onttrekken 

’t Is kwaad oude vossen te vangen

Wie veel ervaring heeft is niet gauw beet te nemen 

Twee vossen kunnen elkaar niet bedriegen

Ze geven elkaar niets toe 

Steelt de vos, dan steelt het vosje ook

De ingeboren aard verloochent zich niet 

Een sluwe vos

Een listig mens 

Een oude vos

Iemand die door lange ervaring in al de kunstgrepen van een vak doorkneed is 

Zij droeg haar nieuwe vos

Halsband van een vossenpels

5. Enkele uitgewerkte zaken of bronnen

5.1 Het Reynaertspel

De Stichting Ryckevelde uit Damme realiseerde voor de gemeente Hulst en het Intergemeentelijk Project Het Land van Reynaert een educatief spel dat wordt opgebouwd rond het Reynaertverhaal en de Euregio Scheldemond. Doelstelling is de kinderen vertrouwd te maken met de Euregio, het Reynaertverhaal en de diverse Reynaertgemeenten. De titel “Vossen-streken” verwijst naar Reynaert en zijn streken, maar ook naar de ‘streken’ die samen de Euregio Scheldemond vormen: de provincies Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen en Zeeland.

Het didactisch spel start met het (gedeeltelijk) vertellen van het verhaal, dat uitgeschreven werd in een spelboek. Na het voorlezen wordt het spel gespeeld. Daarbij zijn de leerlingen ingedeeld in groepen, die telkens een Reynaertpersonage voorstellen. Reynaert heeft een schat verborgen in de Euregio en de kinderen moeten via vragen proberen te achterhalen waar de schat verborgen ligt. De gemeenten waar de schat kan verborgen liggen, zijn de dertien gemeenten van het Intergemeentelijk Project. De winnaars van het spel mogen de schatkist openen … Om te testen of de leerlingen het verhaal wel echt kennen, is achteraan de spelbrochure een Reynaertkruiswoordraadsel opgenomen.

Meer informatie is bij de Stichting Ryckevelde, www.ryckevelde.be